Bliksems
Van de enorme klap schrik ik wakker en schiet rechtop in mijn bed. Was het de blikseminslag in mijn droom of is er iets anders gaande? David ligt naast me rustig te slapen. Jaloersmakend hoe hij bij storm en ontij gewoon door kan ronken.
Zachtjes sluip ik mijn bed uit, pak mijn ochtendjas en loop de trap af. Was het een boef? Nou ja, als dat zo is, zal ie allang gevlogen zijn. Een boef wil niet gepakt worden toch? Eenmaal beneden open ik voorzichtig de deur naar de woonkamer. De stilte van de nacht komt mij geruststellend tegemoet: niets aan de hand. Ik weet nog niet of ik dat kan geloven en schuifel langzaam verder. Onze hond ligt lekker in haar mandje te liggen. Vreemd, ook zij lijkt niet onder de indruk van wat dan ook. Terwijl ik me afvraag of dit het moment is waarop ik gek word en dingen hoor die er helemaal niet zijn, zie ik de ravage in de keuken.
De wandkast ligt op de grond. Een van de deurtjes is ontzet en ligt als een gebroken been naast de kast. De 6 grote bouten zitten vast aan de kast, drie pluggen nog in de muur. Spullen, overal liggen spullen. Mijn brood-, pasta- en keukenmachine. Tosti-ijzer, melkopschuimer en broodrooster. Staafmixer, handmixer, waterkoker, en espressomachine . Terwijl ik de kast overeind probeer te zetten, vallen de eierkoker en grillplaat eruit. Volgens mij is dit tafereel zoiets als water zien branden: How in heaven is dit mogelijk?
Boef, oh ja, de boef. Ik controleer de voordeur, die zit op slot. Achterdeur, idem dito. Alle ramen zijn gesloten, evenzo de gordijnen. Niets duidt op een inbreker. Door het raam zie ik de sterren fonkelen aan de hemel. Mooie, heldere nacht, windstil. ‘Geen wolkje aan de lucht’, bedenk ik me. En vraag me af of dit figuurlijk gesproken ook het geval is.
Spullen
Eigenlijk weet ik het wel: de spullen. Ooit vond ik dat ik ze nodig had, terwijl het nu als ballast naar beneden is gevallen. ‘Dat ruimt lekker op’, bedenk ik me als ik de deuk in de pastamachine bekijk. Die gaat de kliko in. ‘Wat van dit alles heb ik nu echt nodig? Op de automatische piloot doe ik de spullen in kratten voor de kringloopwinkel. En droom...
De hoepelrok
In mijn prachtige jurk met hoepelrok loop ik rond. Glanzende stof, mooie kleur. Het lijfje aangesnoerd zodat mijn figuur mooi uitkomt. Dan de rok wijds, enorm wijds waardoor ik me een echte dame voel. Terwijl ik rondzwier door het grote huis en de (park)tuin, merk ik dat ik hier en daar de bocht niet goed kan nemen omdat het te smal is. Ik pak mijn rok en wurm mezelf er door. Ergens heeft dat wurmen ook wel iets, als ik het op een sierlijke manier doe. Wat dat betreft ben ik echt wel een dame van klasse met gevoel voor etiquette. Toch voel ik dat het niet klopt dat ik alsmaar lucht verplaats om mezelf voort te kunnen bewegen.
Voor mijn garderobe heb ik een speciale kamer laten maken. Daar kunnen de jurken ruim hangen zodat ze niet kreuken. En de hoepelrok blijft zo mooi in model zonder beschadigingen. Alle laagjes en dingetjes die verder nodig zijn voor mijn geweldige outfit liggen in een aparte kast met lades: mooi en netjes te wezen. Het is een keurig tafereel van smaak, luxe en rijkdom.
Met mijn broodmachine in de hand kijk ik naar het tafereel in mijn droom. Noch dit apparaat, noch de jurken heb ik nodig om gelukkig te zijn. Alhoewel ik heerlijk brood bak met het ding en mooie sier maak met de jurken, merk ik dat ik dit leven ben ontgroeid. De overbodige apparaten gaan in de krat, ondertussen droom ik verder.
Ik ontruim de kamer en vouw de jurken op. De stoffen zijn zo prachtig dat ik het niet over mijn hart kan krijgen om ze weg te doen. De stof van die ene jurk is prachtig voor de kussens op het schip. Haha, over transformatie gesproken! De andere jurk van een zware, aubergine stof lijkt me wel wat voor de gordijnen in de hutten. Zo rommel ik verder, net zolang totdat bijna alles is gesorteerd. Een deel voor het schip, een deel voor de kringloop. Een deel zonder bestemming, omdat ik er (nog) geen afscheid van kan nemen. Zoals de hoepelrok.
Het wordt lichter
Alle apparatuur ligt nu in de kratten voor de kringloop. Nodig heb ik het niet meer. Het voelt als een enorme opluchting om mezelf te bevrijden van deze overtollige ballast. Het espresso apparaatje houd ik achter, evenals de elektronische melkopschuimer. Een beetje overbodigheid moet kunnen nietwaar?
Lichter worden, het wordt lichter
De zon is er nog niet maar de lucht laat de allereerste verschijnselen van de ochtend zien. Nu ik me heb ontdaan van mijn spullen, is mijn hoofd leeg. Zo kan ik langzaam maar zeker naar de kern. Mezelf ontdoen van laagjes die weliswaar prachtig zijn, maar ik heb ze niet meer nodig.
In de badkamer klets ik water in mijn gezicht en trek m’n joggingbroek en T- shirt aan. Mijn hond ruikt de actie die komen gaat en rekt zich uit. Samen gaan we naar buiten en lopen de ochtend tegemoet. Ik ruik de zilte lucht. Niet het zilt van de zee, maar het Zilt van mijn droom. Langzaam komt ie dichterbij. Ik kan je niet in woorden vertellen hoe intens blij ik ben dat het mij, dat het ons gegeven is om dit te mogen realiseren.
hier om te bewerken.
Van de enorme klap schrik ik wakker en schiet rechtop in mijn bed. Was het de blikseminslag in mijn droom of is er iets anders gaande? David ligt naast me rustig te slapen. Jaloersmakend hoe hij bij storm en ontij gewoon door kan ronken.
Zachtjes sluip ik mijn bed uit, pak mijn ochtendjas en loop de trap af. Was het een boef? Nou ja, als dat zo is, zal ie allang gevlogen zijn. Een boef wil niet gepakt worden toch? Eenmaal beneden open ik voorzichtig de deur naar de woonkamer. De stilte van de nacht komt mij geruststellend tegemoet: niets aan de hand. Ik weet nog niet of ik dat kan geloven en schuifel langzaam verder. Onze hond ligt lekker in haar mandje te liggen. Vreemd, ook zij lijkt niet onder de indruk van wat dan ook. Terwijl ik me afvraag of dit het moment is waarop ik gek word en dingen hoor die er helemaal niet zijn, zie ik de ravage in de keuken.
De wandkast ligt op de grond. Een van de deurtjes is ontzet en ligt als een gebroken been naast de kast. De 6 grote bouten zitten vast aan de kast, drie pluggen nog in de muur. Spullen, overal liggen spullen. Mijn brood-, pasta- en keukenmachine. Tosti-ijzer, melkopschuimer en broodrooster. Staafmixer, handmixer, waterkoker, en espressomachine . Terwijl ik de kast overeind probeer te zetten, vallen de eierkoker en grillplaat eruit. Volgens mij is dit tafereel zoiets als water zien branden: How in heaven is dit mogelijk?
Boef, oh ja, de boef. Ik controleer de voordeur, die zit op slot. Achterdeur, idem dito. Alle ramen zijn gesloten, evenzo de gordijnen. Niets duidt op een inbreker. Door het raam zie ik de sterren fonkelen aan de hemel. Mooie, heldere nacht, windstil. ‘Geen wolkje aan de lucht’, bedenk ik me. En vraag me af of dit figuurlijk gesproken ook het geval is.
Spullen
Eigenlijk weet ik het wel: de spullen. Ooit vond ik dat ik ze nodig had, terwijl het nu als ballast naar beneden is gevallen. ‘Dat ruimt lekker op’, bedenk ik me als ik de deuk in de pastamachine bekijk. Die gaat de kliko in. ‘Wat van dit alles heb ik nu echt nodig? Op de automatische piloot doe ik de spullen in kratten voor de kringloopwinkel. En droom...
De hoepelrok
In mijn prachtige jurk met hoepelrok loop ik rond. Glanzende stof, mooie kleur. Het lijfje aangesnoerd zodat mijn figuur mooi uitkomt. Dan de rok wijds, enorm wijds waardoor ik me een echte dame voel. Terwijl ik rondzwier door het grote huis en de (park)tuin, merk ik dat ik hier en daar de bocht niet goed kan nemen omdat het te smal is. Ik pak mijn rok en wurm mezelf er door. Ergens heeft dat wurmen ook wel iets, als ik het op een sierlijke manier doe. Wat dat betreft ben ik echt wel een dame van klasse met gevoel voor etiquette. Toch voel ik dat het niet klopt dat ik alsmaar lucht verplaats om mezelf voort te kunnen bewegen.
Voor mijn garderobe heb ik een speciale kamer laten maken. Daar kunnen de jurken ruim hangen zodat ze niet kreuken. En de hoepelrok blijft zo mooi in model zonder beschadigingen. Alle laagjes en dingetjes die verder nodig zijn voor mijn geweldige outfit liggen in een aparte kast met lades: mooi en netjes te wezen. Het is een keurig tafereel van smaak, luxe en rijkdom.
Met mijn broodmachine in de hand kijk ik naar het tafereel in mijn droom. Noch dit apparaat, noch de jurken heb ik nodig om gelukkig te zijn. Alhoewel ik heerlijk brood bak met het ding en mooie sier maak met de jurken, merk ik dat ik dit leven ben ontgroeid. De overbodige apparaten gaan in de krat, ondertussen droom ik verder.
Ik ontruim de kamer en vouw de jurken op. De stoffen zijn zo prachtig dat ik het niet over mijn hart kan krijgen om ze weg te doen. De stof van die ene jurk is prachtig voor de kussens op het schip. Haha, over transformatie gesproken! De andere jurk van een zware, aubergine stof lijkt me wel wat voor de gordijnen in de hutten. Zo rommel ik verder, net zolang totdat bijna alles is gesorteerd. Een deel voor het schip, een deel voor de kringloop. Een deel zonder bestemming, omdat ik er (nog) geen afscheid van kan nemen. Zoals de hoepelrok.
Het wordt lichter
Alle apparatuur ligt nu in de kratten voor de kringloop. Nodig heb ik het niet meer. Het voelt als een enorme opluchting om mezelf te bevrijden van deze overtollige ballast. Het espresso apparaatje houd ik achter, evenals de elektronische melkopschuimer. Een beetje overbodigheid moet kunnen nietwaar?
Lichter worden, het wordt lichter
De zon is er nog niet maar de lucht laat de allereerste verschijnselen van de ochtend zien. Nu ik me heb ontdaan van mijn spullen, is mijn hoofd leeg. Zo kan ik langzaam maar zeker naar de kern. Mezelf ontdoen van laagjes die weliswaar prachtig zijn, maar ik heb ze niet meer nodig.
In de badkamer klets ik water in mijn gezicht en trek m’n joggingbroek en T- shirt aan. Mijn hond ruikt de actie die komen gaat en rekt zich uit. Samen gaan we naar buiten en lopen de ochtend tegemoet. Ik ruik de zilte lucht. Niet het zilt van de zee, maar het Zilt van mijn droom. Langzaam komt ie dichterbij. Ik kan je niet in woorden vertellen hoe intens blij ik ben dat het mij, dat het ons gegeven is om dit te mogen realiseren.
hier om te bewerken.